Thursday, April 13, 2006

Bezienswaardigheden omgeving

Monestir de Poblet
Het klooster van de Heilige Maria van Poblet was het belangrijkste klooster van de drie verwante kloosters, bekend als de 'cisterciënzer driehoek'. Deze driehoek speelde een rol bij de consolidatie van de macht in Catalonië, nadat de regio door Ramon Berenguer IV was heroverd op de Moren. Tijdens de Eerste Carlistenoorlog werd de abdij geplunderd en ernstig beschadigd door brand. In 1930 is men begonnen met de restauratie van de indrukwekkende ruïnes.



















Kapittelzaal

In deze exacte verkante zaal met zijn slanke zuilen staan rijen banken voor de monniken. De vloer is geplaveid met grafstenen van tussen de 1393 en 1693 gestorven elf abten.


Bibliotheek
Het gotische scriptorium is in de 17e eeuw omgebouwd tot bibliotheek, toen de hertog van Cardona zijn boekencollectie schonk.

Abdijkerk
De abdijkerk is een groot en onopgesmukt typisch cisterciënzergebouw met drie schepen.

Retabel hoogaltaar
Achter het stenen altaar, ondersteund door romaanse zuilen, vult een indrukwekkend albasten retabel de apsis. Damià Formet beeldhouwde het in 1527.

Koninklijke graven
Met bijzettingen in het koninklijk pantheon is begonnen in 1359. In 1950 werden de graven gerestaureerd.

Kloostergangen
De gewelfde kloostergangen stammen uit de 12e en 13e eeuw. Ze vormden het centrum van het kloosterleven. De kapitelen zijn prachtig gedecoreerd met voluten.


Open van 10.00-12.30 en 15.00-18.00
Entree betalen

Monestir de Santes Creus
Het fraaiste klooster van de 'cisterciënzer driehoek' staat in het kleine dorp Santes Creus. Het Monestir de Santes Creus is in 1150 gesticht door Ramon Berenguer IV. De gotische kruisgangen zijn gedecoreerd met figuratieve sculpturen. Deze stijl van beeldhouwen is voor het eerst toegestaan door Jaime II, die regeerde van 1291 tot 1327. Het sobere interieur van deze kerk wordt opgeluisterd door een prachtig roosvenster.
Hieronder het Monestir de Santes Creus, omgeven door populieren en hazelaren.















Open di-zo
Entree betalen

Monestir de Vallbona de les Monges
Het klooster van Vallbona de les Monges ligt in het zuidwesten van Catalonië, op zo'n tachtig kilometer van Barcelona. Het is een rustige streek. Nog nauwelijks bedorven door massatoerisme. De enige grote publiekstrekker is het klooster van Santa Maria de Poblet dat vanwege zijn omvang en indrukwekkende abdijkerk met daarin acht kunstig bewerkte albasten tombes op de werelderfgoedlijst van Unesco staat.
























Sitges
Gezellige bars flankeren de boulevard van Sitges. Deze badplaats, de voornaamste van de provincie Barcelona, is bij zowel de lokale bevolking als bij buitenlanders populair. De modernistische kunstenaar Santiago Rusiñol (1861-1931) liet zijn eclectische collectie na aan het Museu Cau Ferrat, waar ook werk van El Greco hangt.



Catalonië

Catalonië is een natie-binnen-een-natie die eens, onder de graven / koningen van Barcelona-Aragón, tot een der grote zeemachten van het Middellandse-Zeegebied behoorde. Catalonië heeft een semi-autonome regering en een eigen taal, het Catalaans, dat in de regio het Spaans in plaatsnamen en op verkeersborden heeft verdrongen.

De Romeinen zetten voet aan land op het Iberisch Schiereiland bij Empúries aan de Catalaanse Costa Brava. Ze lieten grote monumenten na, vooral in en rond Tarragona, de hoofdstad van hun grote provincie Tarraconensis. In de Middeleeuwen groeide Barcelona uit tot de belangrijkste stad van de regio, waarbij het zich in economisch opzicht kon meten met Madrid.
De Costa Brava ontwikkelde zich in de jaren zestig tot een vakantiebestemming voor het massatoerisme. Ondanks de aanhoudende aantrekkingskracht van toeristenoorden als Lloret de Mar, zijn voormalige vissersplaatsen als Cadaqués nog relatief onbedorven.
Landinwaarts valt een rijk artistiek erfgoed te verkennen en kan men genieten van veel natuurschoon. In Catalonië staan schitterende kloosters, met name Montserrat, het spirituele hart van de regio, en Poblet. Bovendien vindt men er vele middeleeuwse steden.
Het binnenland is zeer afwisselend, van de wetlands in de Ebro-delta met hun bijzondere dierenleven, tot de wijngaarden van de Penedès (waar de meeste mousserende Spaanse wijnen worden gemaakt). In de Pyreneeën kleuren vlinders de valleien en in verborgen bergdorpjes liggen prachtige romaanse kerken.

Geschiedenis van Spanje

Het Iberisch Schiereiland, dat rond 800.000 v. Chr. voor het eerst werd bevolkt, onderging veel invloeden van buiten. Sinds de 11e eeuw v. Chr. werd het gekoloniseerd door ontwikkelde mediterrane beschavingen, te beginnen met de Phoeniciërs, gevolgd door Grieken en Carthagers.
De Romeinen kwamen in 218 v. Chr. de Carthagers bestrijden en ontketenden zo de Eerste Punische Oorlog. Ze stichtten steden met aquaducten, tempels en theaters.
Na de val van het Romeinse Rijk in het begin van de 5e eeuw na Chr. namen de Visigoten uit het noorden de macht over. Hun gebrekkige politieke organisatie maakte hen echter tot een gemakkelijke prooi voor de Moren uit Noord-Afrika. In de 8e eeuw kwam het schiereiland vrijwel volledig onder Moors bestuur. De beschaving van Al Andalus blonk uit in wiskunde, geografie, astronomie en dichtkunst. In de 9e en 10e eeuw was Córdoba de belangrijkste stad van Europa.
Van de 11e eeuw af begonnen de noordelijke christelijke koninkrijken aan een militaire herovering van Al Andalus. Het huwelijk van Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië in 1469, maakte de weg vrij voor de eenwording van Spanje. In 1492 veroverden ze Granada, het laatste Moorse koninkrijk. Columbus wees de weg aan de Spaanse conquistadores, die de beschavingen van de Nieuwe Wereld plunderden.
De Habsburgers, die Spanje regeerden, gaven de rijkdommen uit de Nieuwe Wereld uit aan een eindeloze reeks oorlogen. Spanje's verval werd verergerd door de hoge inflatie en de religieuze onderdrukking.
De Verlichting eind 18e eeuw schiep een rationeel klimaat. Het onheil voor Spanje duurde voort tot in de eeuw daarna, met een invasie door de troepen van Napoleon en het verlies van de Amerikaanse koloniën. De politieke instabiliteit van eind 19e eeuw / begin 20e eeuw leidde tot een dictatuur in de jaren twintig en een republiek in de jaren dertig, die in de Spaanse Burgeroorlog werd omvergeworpen. Na de dood van dicator generaal Franco in 1975 werd Spanje een democratische staat.

Spaanse architectuur

Spanje heeft altijd bouwstijlen van andere culturen overgenomen: de Moorse bouwstijl uit Noord-Afrika, de romaanse en gotische stijlen uit Frankrijk en de renaissancestijl uit Italië. Elke stijl werd echter op een specifiek Spaanse manier geïnterpreteerd, met scherpe contrasten tussen lichte en donkere partijen, afwisseling tussen soberheid en overdadige decoratie, en dikke muren met kleine ramen om het zonlicht en de warmte buiten te houden. De stijlen verschillen van streek tot streek en weerspiegelen de indeling van Spanje voor de eenwording. Sinds Moorse tijden overheerst de bouwvorm van een centrale patio, omringd door arcaden.

Romaans en ouder (8e - 13e eeuw)
Romaanse kerken werden vooral gebouwd in Catalonië en langs de pelgrimsroute naar Santiago. Hun kenmerken zijn rondbogen, dikke muren en weinig ramen. De vroegste kerken vertonen pre-romaanse of mozarabische kenmerken.

Moors (8e - 15e eeuw)
De Moren bewaarden de mooiste decoraties voor het interieur, waarin geometrische, kalligrafische en florale motieven in azulejos (tegels) of stucwerk werden aangebracht. Ze maakten veel gebruik van de hoefijzerboog van de Visigoten. Voorbeelden van Moorse architectuur zijn vooral in Zuid-Spanje te vinden.

Gotisch (12e - 16e eeuw)
De Gotiek werd eind 12e eeuw uit Frankrijk geïmporteerd. De ronde boog werd vervangen door de spitsboog, die hogere gewelven en ramen mogelijk maakte omdat hij sterker was. Uitwendige steunberen moesten voorkomen dat de muren van het schip opzij werden gedrukt. Gebeeldhouwde versieringen kwamen het meest voor in de flamboyant-gotische stijl van de 15e eeuw. Na de val van Granada kwam de laat-gotische Isabella-stijl op. Ondertussen ontwikkelden Moorse ambachtslieden in heroverde gebieden de zeer decoratieve christelijk-islamitische mudéjar-stijl.

Renaissance (16e eeuw)
Rond 1500 introduceerden Italiaanse ambachtslieden en Spaanse kunstenaars die in Italië hadden gestudeerd een nieuwe stijl. De Renaissance greep terug op de bouwstijl van het oude Rome, die wordt gekenmerkt door symmetrie en gebruik van de rondboog, en Dorische, Ionische en Corinthische zuilen. Vroege Spaanse renaissancistische architectuur heet plateresk omdat de detaillering op het werk van een zilversmid (platero) lijkt.

Barok (17e - 18e eeuw)
Barok kwam voort uit een verlangen naar drama en beweging. De versiering werd extravagant, met overdadig beeldhouwwerk en gedraaide zuilen. De overdreven barokke churriguereske stijl is genoemd naar de architectenfamilie Churriguera, maar werd vooral uitgedragen door hun opvolgers.

Modern (laat 19e eeuw tot nu)
Het Modernisme, een Catalaanse interpretatie van de art nouveau-stijl, is het beste te zien in Barcelona. De architecten experimenteerden met een originele manier van decoreren. In de afgelopen jaren is er in Spanje vooral functioneel gebouwd, waarbij de vorm de functie aangeeft en decoratie spaarzaam is.

BRON: Capitool Reisgidsen, Spanje

Monday, April 10, 2006

Kaarten